Lezing: De opkomst en teloorgang van de steenindustrie bij Nijmegen
Huis van de Nijmeegse Geschiedenis
In de Ooijpolder is nog veel van de baksteenindustrie te zien. Er zijn restanten van oude veld- en ringovens en in Erlecom is onlangs een van de modernste steenfabrieken van Europa gesloten. Het bakken van stenen en pannen is een oud ambacht. Al in de Romeinse tijd werden dakpannen in deze regio gebakken. Voor de steenovens in latere tijden werd de klei afgegraven in de uiterwaarden en de polders langs de rivieren. In deze streek stonden de steenovens vooral langs de Waal. Er waren arbeiders nodig om bakstenen te maken. Zo groeide bijvoorbeeld het dorp Leuth door de komst van arbeiders uit de Betuwe. Daar was toen een overschot aan arbeidskrachten, terwijl in de Ooijpolder er een tekort was. De arbeidsverhoudingen waren rond 1900 slecht. De lonen waren laag en als er in de winter niet gewerkt kon worden, dan kregen de arbeiders niet betaald. Bovendien was kinderarbeid heel lang heel gewoon. Tussen Nijmegen en Millingen waren nog in de jaren zestig van de vorige eeuw negen steenovens in bedrijf: de Vlietberg (2x), Robert Janssen, de Ooij, Bouwkamp I en Bouwkamp II, Erlecom, Kekerdom en Klaverland. De fabrieken sloten in de jaren zestig en zeventig, nadat de baksteenindustrie in elkaar zakte. Wat overblijft is bijzonder landschap waarin er een wisselwerking is tussen natuur, landbouw en steenindustrie.
Marcel Willemsen, secretaris van de Stichting van Steen en Natuur vertelt over de opkomst en ondergang van de steenindustrie. Waarom verdween de steenindustrie bijna helemaal na de jaren zestig? En wat is het belang van het behouden van het steenindustriële cultuurlandschap? Marcel houdt een lezing van ongeveer driekwartier in de Mariënburgkapel te Nijmegen. We beginnen om 20.00 uur.
De lezing is gratis voor vrienden van het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. Anderen betalen 5 euro per persoon. Koffie en thee zijn bij de prijs inbegrepen.